WAT IS RAKU ?
Raku is een eeuwenoude, van oorsprong Japanse stooktechniek.
Eerst worden de werkstukken 'biscuit' gebakken (dat wil zeggen voorgebakken op zo'n 950°C, zodat de klei hard is). Daarna wordt een geheel of gedeeltelijke glazuurlaag aangebracht en wordt het werkstuk opnieuw gebakken.
Het bijzondere van rakustoken is, dat de keramiek gloeiend heet (+/- 1000°C) met tangen uit de oven wordt gehaald en in zaagsel wordt gelegd. Het zaagsel gaat branden door de hitte van het werk. Hierdoor wordt er zuurstof onttrokken aan de klei en het glazuur. Ongeglazuurde delen worden zwart en door zogenaamde 'reductie' kun je speciale glazuureffecten krijgen. Door de snelle afkoeling craqueleert de keramiek.
Raku is een eeuwenoude, van oorsprong Japanse stooktechniek.
Eerst worden de werkstukken 'biscuit' gebakken (dat wil zeggen voorgebakken op zo'n 950°C, zodat de klei hard is). Daarna wordt een geheel of gedeeltelijke glazuurlaag aangebracht en wordt het werkstuk opnieuw gebakken.
Het bijzondere van rakustoken is, dat de keramiek gloeiend heet (+/- 1000°C) met tangen uit de oven wordt gehaald en in zaagsel wordt gelegd. Het zaagsel gaat branden door de hitte van het werk. Hierdoor wordt er zuurstof onttrokken aan de klei en het glazuur. Ongeglazuurde delen worden zwart en door zogenaamde 'reductie' kun je speciale glazuureffecten krijgen. Door de snelle afkoeling craqueleert de keramiek.
NAKED RAKU
Voordat het gemaakte voorwerp geheel is gedroogd wordt het gepolijst, zodat de huid mooi glad is. Wanneer ze volledig droog is wordt ze een eerste keer gebakken op 950°C in een elektrische oven (biscuitbak). Er wordt een sliblaag over de pot aangebracht en daarop, op het ongebakken slib, een laag glazuur. De pot wordt in de gasoven verhit tot 900°C, met de tang wordt het uit de oven gehaald en in een rookvat gestopt met brandbaar materiaal. Door de temperatuurschok, gaat het glazuur craqueleren. De barstjes worden door de rook ingekleurd.
Bij afkoeling van de pot gaat de sliblaag meer krimpen dan de pot en komt daardoor los van de wand. De wand komt opnieuw bloot (Naked), maar waar de rook door het glazuur en de sliblaag kon dringen is een grillige tekening ontstaan.
KOPERMAT
Dit is een speciale stooktechniek, die verwant is aan Raku. Eerst worden de werkstukken zoals altijd 'biscuit' gebakken. Daarna wordt de gebakken klei bewerkt met 80% kopercarbonaat en in een raku-oven verwarmd. Bij zo'n 1000°C wordt het werkstuk uit de oven gehaald. Daarna gaat het in het zaagsel, dat spontaan in de brand vliegt. Het brandende zaagsel haalt de zuurstof uit de lucht, zodat het koperoxide (want dat is er van het kopercarbonaat geworden) wordt gereduceerd. Dit gebeurt slechts gedeeltelijk en resulteert in een groot scala van kleuren.
PITFIRE
Pitfire is niets anders dan het stoken van werkstukken in een kuil met zaagsel en hout. Net als bij de andere technieken wordt het werkstuk eerst biscuit gebakken. Om kleur te krijgen worden sulfaten (metaalzouten) gebruikt. Opgelost in water wordt het werkstuk hiermee overgoten. Kopersulfaat kan een grijze tot rode gloed geven, cobaltsulfaat kan grijs tot blauw worden en ijzersulfaat geeft beige en roodbruine tinten.
FOLIESTOOK
Een andere variant van rakustoken is het foliestoken. Het werk wordt vóór de biscuitbak goed gepolijst. Na de biscuitbak wordt het werkstuk overgoten met sulfaten en ingepakt in aluminiumfolie. Allerlei materialen als zeezout, zeewier, zaagsel, stro e.d. kunnen mee verpakt worden. Het pakketje wordt in de raku-oven gestookt tot 800 graden. Als het werk afgekoeld is wordt de aluminiumfolie verwijderd.
ALLE WERKSTUKKEN DIE OP DEZE WIJZE BEWERKT WORDEN, ZIJN NIET WATERDICHT EN KUNNEN BIJ LANGDURIGE BLOOTSTELLING AAN ZONLICHT ENIGSZINS VERKLEUREN.